Het verschil tussen een beginnende en een amateur gitarist
- Jan van der Heide

- 15 aug
- 9 minuten om te lezen
Beginnende gitaristen starten met het oefenen van basisakkoorden op een akoestische gitaar. Na verloop van tijd groeien ze door tot amateur gitaristen, met meer ervaring en technieken.
Gitaar leren spelen is een reis die verloopt in verschillende fasen. We horen vaak termen als 'beginner' en 'amateur' om het niveau van gitaristen aan te duiden, maar wat betekenen die precies?
In dit artikel leggen we uit wat beide termen in de context van gitaarspel betekenen. We beschrijven de typische kenmerken van beginnende gitaristen en van amateur-gitaristen, en we geven inzicht in hoe hun vaardigheden en aanpak van elkaar verschillen. Of je nu net je eerste akkoorden leert of al jaren speelt voor je plezier, deze informatie helpt je om jouw plek op de gitaarleerweg te begrijpen en verder te groeien (zonder meteen professioneel te hoeven zijn).
Daarnaast kan je bij ons beginnen met de verschillende gitaarles programma's en modules:
De beginnende gitarist (beginner)

Wat is een beginner? Een beginnende gitarist is iemand die net start met gitaarspelen of nog maar kort bezig is. Alles is nieuw: van het vasthouden van het instrument tot het spelen van de eerste akkoorden. Beginners zijn doorgaans bezig met het leggen van de basis van hun gitaarspel. Ze leren hoe ze de gitaar moeten stemmen, hoe ze eenvoudige akkoorden moeten grijpen en hoe ze basis aanslagpatronen (strummen) moeten uitvoeren. Vaak spelen ze hun eerste liedjes door middel van eenvoudige akkoordenschema’s of tablatuur, meestal in een traag tempo. De focus ligt op vertrouwd raken met de gitaar en het ontwikkelen van vingerkracht en coördinatie.
Beginners hebben meestal nog beperkte techniek en nauwelijks ervaring. Ze oefenen vaak aan de hand van online lessen of instructievideo’s, bijvoorbeeld via YouTube of speciale leerplatforms. Het plezier zit in kleine overwinningen, zoals het zonder fout wisselen tussen twee akkoorden of het meespelen met een simpel liedje.
Hieronder staan enkele typische kenmerken van een beginnende gitarist op een rij:
Beperkte akkoordkennis: Een beginner kent meestal slechts een handvol basisakkoorden (zoals C, G, D, A, E en hun minor-varianten). Deze open akkoorden vormen de bouwstenen van de eerste liedjes[1]. Het grijpen van deze akkoorden vergt nog concentratie en vaak klinken de akkoorden in het begin niet altijd zuiver (door dempende vingers of niet hard genoeg aangedrukte snaren).
Moeite met overgang tussen akkoorden: Het wisselen van akkoorden gaat nog stroef. Beginners moeten bewust nadenken bij elke greep, waardoor het ritme onderbreken kan raken. Het beruchte F-akkoord (een barré-akkoord) is bijvoorbeeld een flinke uitdaging voor de meeste beginners en vergt vaak veel oefening voordat het zuiver klinkt.
Eenvoudige technieken en ritmes: Een beginnende gitarist beperkt zich tot simpele technieken. Meestal begint dit met basis strumming (op en neer slaan van de snaren in een gelijkmatig ritme). Tokkel- of fingerpickingpatronen zijn nog zeer eenvoudig of worden nog niet toegepast. Complexe technieken zoals slides, bends, hammer-ons of uitgebreide solo’s zijn voor later.
Leren via basislessen en tutorials: Beginners volgen vaak een gestructureerde leermethode. Ze maken bijvoorbeeld gebruik van een online gitaarcursus of tutorials die stap voor stap uitleggen hoe te spelen. Platforms zoals Gitaartabs.nl bieden speciale cursussen voor beginners, waarin de basisakkoorden, eenvoudige liedjes en technieken op duidelijke wijze aan bod komen[2][1]. Deze begeleiding helpt beginners om goede gewoontes aan te leren, zoals de juiste houding, vingerzetting en ritmiek.
Weinig theoretische kennis: Over het algemeen richt een beginner zich op praktijk boven theorie. Begrippen als toonladders, muzieksleutels of muziektheorie in het algemeen zeggen hun nog niet veel. In plaats daarvan ligt de nadruk op nadoen en onthouden – bijvoorbeeld een akkoorddiagram volgen of tabs lezen om een liedje na te spelen. Theoretische concepten (zoals notennamen op de hals, of hoe akkoorden zijn opgebouwd) komen vaak pas later in de leerreis naar voren, als de basis eenmaal gelegd is.
Een beginnende gitarist bevindt zich dus in de oriëntatiefase van het gitaarspelen. Alles is ontdekken en oefenen. Het belangrijkste is consistentie en geduld: elke dag even spelen zorgt voor vooruitgang. In deze fase worden de eerste eeltlaagjes op de vingertoppen gevormd en groeit het zelfvertrouwen met elk nieuw akkoord dat geleerd wordt.
Zodra de basisvaardigheden onder de knie beginnen te raken – bijvoorbeeld als het grijpen van de standaardakkoorden soepel gaat en een paar liedjes redelijk meegespeeld kunnen worden – is de gitarist klaar om door te stromen naar het volgende niveau: de amateur-fase.
De amateur-gitarist (hobbyist)

Wat is een amateur? In de context van gitaarspel bedoelen we met een amateur-gitarist iemand die al wat langer speelt en de basisvaardigheden beheerst, maar die (nog) geen professioneel niveau heeft of ambieert. Het woord “amateur” is hier niet negatief; het geeft aan dat deze gitarist speelt uit liefhebberij (het Latijnse amator betekent liefhebber) en al een zekere ervaring heeft opgebouwd. Een amateur-gitarist was ooit een beginner, maar heeft inmiddels enkele jaren oefening achter de rug. Deze gitarist voelt zich thuis bij de gitaar, kent de belangrijkste akkoorden uit het hoofd en kan zonder aarzeling een reeks liedjes spelen. Het spel is vloeiender en de technieken gevarieerder dan bij een beginner.
In vergelijking met beginners hebben amateur-gitaristen meer muzikale bagage. Ze zijn doorgaans bekend met meerdere genres of stijlen en hebben wellicht hun voorkeur ontwikkeld (bijvoorbeeld kampvuurliedjes, rockriffs, popliedjes, etc.). Ze spelen voor hun plezier – thuis, voor vrienden of familie, of misschien af en toe in een bandje of op een open podium – maar hoeven geen geld te verdienen met muziek. Cruciaal is dat ze blijven bijleren en experimenteren zonder de druk die een professionele carrière met zich mee brengt.
Enkele kenmerken die typisch zijn voor een amateur-gitarist:
Goed beheersen van de basis: Een amateur heeft de basistechnieken en -akkoorden goed onder de knie. Open akkoorden zijn geen probleem meer; de greep wisselen tussen akkoordenschema’s gaat vanzelfsprekend en in het juiste tempo. Er is vaak ook comfort met veelgebruikte barré-akkoorden (zoals F, Bm) – waar beginners nog mee worstelen, heeft de amateur deze geleerd toe te passen. Dankzij deze solide basis kan een amateur makkelijk meespelen met honderden liedjes in populaire toonsoorten
Uitgebreidere akkoordkennis en technieken: In het repertoire van een amateur zitten meer complexe akkoorden en technieken. Denk aan septiemakkoorden als A7, D7, G7, enzovoort, of sus-akkoorden en powerchords voor wie rockmuziek speelt. Ook het tokkelen (fingerpicking) wordt vaker toegepast – een amateur kan bijvoorbeeld een arpeggio-patroon spelen met de rechterhand in plaats van altijd alleen maar te strummen. Daarnaast zijn technieken zoals slides, hammer-ons, pull-offs of eenvoudige solo’s geen onbekend terrein meer, al ligt de focus meestal op ritmegitaar en begeleidend spel.
Ritme en snelheid: Een amateurgitarist heeft een beter ontwikkeld ritmegevoel. Het spelen met een metronoom of drumtrack is vaak onderdeel geweest van de oefenroutine, waardoor timing en consistent tempo verbeteren. Ook kan een amateur moeilijkere slagritmes aan (bijvoorbeeld syncopische ritmes of sneller wisselende patronen) en eventuele songtempo’s worden makkelijker bijgehouden. Bij snelle nummers is het niet meer noodzakelijk om het tempo sterk te verlagen – de vingers kunnen de snelheid steeds beter bijbenen door training.
Basis muziektheorie bekend: Waar beginners nog weinig van theorie weten, heeft een amateur doorgaans enige theoretische kennis opgedaan. Ze begrijpen bijvoorbeeld wat toonladders zijn en kennen eenvoudige schaalpatronen (zoals de pentatonische schaal voor solo’s of de majeur- en mineurtoonladder). Ook weten ze vaak hoe akkoorden worden opgebouwd of hoe je met een capo een liedje in een andere toonsoort kunt zetten. Deze kennis helpt om nieuwe liedjes sneller te begrijpen en om improvisatie voorzichtig te verkennen.
Zelfstandig leren en oefenen: Omdat amateurs al vaardiger zijn, kunnen ze gerichter oefenen. Ze ontdekken hun eigen leerstijl en durven zichzelf uit te dagen. Vaak zoeken ze online naar tabs of akkoordenschema’s van favoriete nummers en leren die op eigen houtje. Ook maken ze gebruik van vervolgcursussen of community’s om verder te groeien. Zo zijn er voor amateurs speciale lesprogramma’s (bijvoorbeeld niveau 4 t/m 6) die ingaan op nieuwe akkoorden, technieken en expressie om het spel naar een hoger plan te tillen. Een amateur neemt misschien ook deel aan gitaarforums of lokale groepjes om tips uit te wisselen en samen te spelen, wat het leerproces leuk en sociaal houdt.
Breed repertoire en eigen stijl: Na een paar jaar spelen heeft een amateurgitarist vaak een aardige setlist van liedjes die hij/zij kan spelen, van begin tot eind. Het repertoire kan variëren van klassieke kampvuurnummers tot pophits of zelfs eigen geschreven liedjes. Daarnaast begint de gitarist een eigen stijl of voorkeur te ontwikkelen – de één legt zich toe op fingerstyle, de ander speelt vooral rockakkoorden met distortion. Hoewel ze nog geen professionals zijn, onderscheiden amateurs zich van beginners door hun muzikale persoonlijkheid en de consistentie in hun spel.
Samengevat is een amateur-gitarist iemand die het beginnersstadium ontgroeid is. Deze speler combineert de liefde voor het instrument met een groeiende vaardigheid. Er is trots op wat al bereikt is, maar ook besef dat er altijd meer te leren valt. Het plezier staat voorop: fouten maken mag, want er staat niets op het spel – behalve het eigen streven om beter te worden. Dankzij de ervaring kan een amateur nieuwe uitdagingen aangaan, of dat nu het instuderen van een lastig nummer is, het leren van een solo, of misschien het jammen met medemuzikanten.
Beginners vs. amateurs: de belangrijkste verschillen

Na bovenstaande beschrijvingen is het duidelijk dat beginners en amateurs zich in verschillende fases van hun gitaarontwikkeling bevinden.
Hier zetten we de kernverschillen en kleine overlap op een rijtje:
Ervaring en speeltijd: De meest voor de hand liggende verschil is de ervaring. Beginners zijn vaak nog maar enkele weken of maanden bezig met gitaar, terwijl amateurs al enkele jaren hebben gespeeld. Die extra speeltijd van amateurs vertaalt zich in meer zelfvertrouwen op het instrument en een groter arsenaal aan skills.
Akkoorden en repertoire: Een beginner blijft beperkt tot de basisakkoorden en een paar eenvoudige liedjes. Een amateur daarentegen beheerst meer akkoorden, inclusief lastiger grepen zoals barré- en septiemakkoorden, wat hen in staat stelt een veel breder repertoire te spelen[5]. Met de akkoordkennis van een amateur kun je al snel tientallen tot zelfs honderden nummers begeleiden in uiteenlopende genres.
Technisch niveau: Beginners focussen op simpel spelen – één techniek tegelijk onder de knie krijgen (bijv. eerst een strumritme voor een heel liedje volhouden). Amateurs hebben een breder palet aan technieken ontwikkeld. Zo kunnen ze vlotter wisselen tussen verschillende strummingpatronen en tokkelpatronen, kleine melodielijnen toevoegen, of zelfs improviseren binnen een toonladder. Ze spelen doorgaans vloeiender en zuiverder, omdat hun vingers getrainder zijn.
Muzikaal inzicht: Waar een beginner vooral speelt wat hem/haar is voorgedaan, heeft een amateur al wat muzikaal inzicht opgebouwd. Amateurs begrijpen bijvoorbeeld beter hoe een lied in elkaar zit – ze herkennen akkoordenreeksen (bv. I-V-VI-IV progressies), weten welke akkoorden families vormen en kunnen vaak ook een beetje voorspellen wat er in een lied gaat komen. Hierdoor kunnen amateurs gemakkelijker nieuwe nummers oppikken en zich aanpassen als er bijvoorbeeld iemand een lied in een andere toonsoort inzet.
Leerbenadering: Beginners hebben meestal baat bij stapsgewijze begeleiding en vaste structuur (omdat alles nieuw is). Ze volgen bijvoorbeeld een lesmethode of docent die aangeeft “Eerst leer je dit akkoord, dan dat strumpatroon”. Amateurs zijn meer zelfsturend; ze bepalen eigen doelen (“Ik wil nu die solo uitzoeken” of “Ik ga werken aan mijn barré-akkoorden”) en gebruiken uiteenlopende bronnen (riffs & licks sectie) om te leren. Ze kunnen nog steeds lessen nemen (er is immers altijd meer te leren), maar ze halen ook veel uit zelf oefenen, luisteren en experimenteren.
Ondanks deze verschillen is het belangrijk om te beseffen dat er ook overlap is. Iedereen was ooit beginner, en elke amateur heeft nog punten om aan te werken die overeenkomen met waar beginners mee worstelen (denk aan het aanscherpen van techniek of het leren van theorie). Bovendien spelen zowel beginners als amateurs voornamelijk voor het plezier en de voldoening die gitaarmuziek geeft.
Geen van beide groepen is een professional – er is dus geen druk van perfectionisme of presteren voor publiek; fouten maken en langzaam groeien horen er gewoon bij.
Verder leren en ondersteuning voor elk niveau

Of je jezelf nu als een beginner of als een amateur beschouwt, het mooie van gitaar leren is dat ieder niveau ondersteuning en uitdagingen kent. Beginners doen er goed aan om een solide basis te leggen met hulp van gestructureerde lessen. Amateurs kunnen blijven groeien door nieuwe technieken te leren en wellicht wat diepgaander in theorie te duiken of met anderen samen te spelen. In beide gevallen geldt: consistent oefenen en plezier houden in het spelen zijn de sleutels tot vooruitgang.
Via Gitaartabs bieden we lesprogramma’s op maat voor zowel beginners als amateur. Een beginner kan bij ons terecht voor stap-voor-stap instructies – van het leren van de allereerste akkoorden tot het spelen van een eenvoudig lied met een paar akkoorden.
Voor de amateur zijn er vervolgcursussen en community’s waarin nieuwe akkoorden, ritmes en technieken worden behandeld die aansluiten bij hun niveau, zoals ingewikkeldere tokkelpatronen, expressietechnieken of een introductie in solo’s.
Conclusie
In het kort: een beginnende gitarist is iemand die aan het begin staat van zijn muzikale reis, druk bezig met de basis onder de knie te krijgen. Een amateur-gitarist heeft die basis al en bouwt daarop voort, zonder echter de intentie te hebben om van gitaarspelen een beroep te maken.
De beginner kent zijn eerste akkoorden en eenvoudige liedjes; de amateur heeft een breder repertoire en verdiept zich in gevarieerdere technieken en wat theorie. Het verschil zit ‘m in ervaring en vaardigheid, maar beiden spelen gitaar uit passie en plezier.
Of je nu een beginner bent die Wonderwall voor het eerst leert spelen, of een amateur die na jaren oefenen een ingewikkeld fingerpicking patroon onder de knie krijgt – elke fase heeft zijn eigen uitdagingen en mijlpalen. Respecteer jouw huidige niveau en geniet van het proces van beter worden. Uiteindelijk is de gitaar een instrument dat je een leven lang kunt blijven leren. Zolang je blijft spelen en nieuwe dingen blijft oppikken, ben je op de goede weg.
Veel speelplezier!
Jan van Gitaartabs


Opmerkingen