Het ei

Het Ei -

Am
Ik kocht een ei, de melkboer zei:
Dm Am
"'t Komt zo onder de kip vandaan,
Dm Am E Am
'k ben nog te laat van huis gegaan om 't mee te kunnen nemen.
Dm Am Dm Am
Hier heeft u een jong leven voor zestien cent of meer
Dm Am E Am
en namens de ouders: smakelijk eten, meneer."

Dm Am
Het lag nog warm te leven in mijn hand,
Dm E Am
ik mikte reeds zorgvuldig op de harde hete rand van de pan
Dm Am E Am
en ik kon de geur al ruiken van dit al te vroeg geremde kuiken.


C Am G C
Toen het ei zei, toen het ei zei:
Am G C
"Denk 'ns dat het een jongetje is dat je hier gaat staan bakken,
Am G C
denk 'ns dat het je broertje is dat zacht sist in de pan,
Am G C
denk 'ns dat het verkrampt uit angst de rand probeert te pakken
Am G Am
en dat het dan terug in de boter glijdt wat dan, wat dan?"

Ik rolde het zorgvuldig in een deken
en heb toen zelf twee weken liggen wachten op iets moois,
slechts verwarmd door een hoop, slechts verwarmd door een laken
tot het ei begon te kraken.

En het kuiken zei, het kuiken zei:
"Haha, het was geen jongetje, dat je had willen bakken!
Haha, het was je broertje niet dat in de pan was gegaan!"
en ik had mij weer voor de zoveelste keer door een kuiken laten verlakken,
maar de volgende dag at ik rijst met hele jonge kip of haan.