In deze les ga ik iets vertellen over je linkerhand en de manier hoe je je gitaar het beste kan vasthouden. De vingers van de rechterhand, tokkelhand krijgen de volgende benamingen:
p - duim
i - wijsvinger
m - middelvinger
a - ringvinger
Tot slot behandel ik de vallend aanslag methode.
succes met de les.
Groetjes John
geen
@Andre1960 Inderdaad, dat is een goede basis om jezelf aan te leren. Zo leer je je duim en vingers onafhankelijk van elkaar te laten bewegen. De duim wordt voor de dikste 3 snaren gebruikt, de vingers voor de dunste 4 snaren. De duim kan ook voor de D snaar gebruikt worden dus: Bij sommige liedjes tokkel je met een D akkoord bijvoorbeeld; dan staat je duim op de D snaar, en je vingers op de 3 dunste snaren. Maar de houding van je vingers en duim blijft hetzelfde, dus er is weinig dat je jezelf fout kunt aanleren hierbij.
Ik heb een vraag over het gebruik van de rechterhand. Is het nu de bedoeling dat je de bovenste 2 snaren met je duim aanslaat en voor de onderste 4 snaren resp. je wijsvinger, middelvinger en ringervinger gebruikt. En hoe strikt moet je je dat zelf aanleren, zodat je geen verkeerde gewoonte aanleert, die je dan moeilijk kunt afleren ?