A (16 keer op en neer)
D (8 keer op en neer)
A (8 keer op en neer)
E (4 keer op en neer)
D (4 keer op en neer)
A (8 keer op en neer)
als je dat speelt dan speel je de blues, niet zo moeilijk toch?
je kunt de blues ook met andere akkoorden spelen, met de akkoorden A B C D E F G.
er is een ezelsbruggetje om te onthouden welke bij elkaar passen en welke niet.
je moet op je vingers tellen, begin bijvoorbeeld bij de A.
Duim (1): A
Wijsvinger (2):B
Middelvinger (3): C
Ringvinger (4): D
Pink (5): E
je speelt de blues altijd met je 1e, 4e, en 5e vinger. dus met grondsoort A (de eerste vinger) speel je met de A, D en de E.
Wil je bijvoorbeeld grondsoort G, dan gaat het zo:
Duim (1): G
Wijsvinger (2): A
Middelvinger (3): B
Ringvinger (4): C
Pink (5): D
dan speel je dus met de G, de C en de D. Het bluesschema blijft verder hetzelfde, maar dan met andere akkoorden:
G (16 keer op en neer)
C (8 keer op en neer)
G (8 keer op en neer)
D (4 keer op en neer)
C (4 keer op en neer)
G (8 keer op en neer)
als je vragen hebt, stel ze maar!!
Probeer alle lessen voor slechts 1 euro! !